Doorgaan naar artikel

Brussel Huisvesting heeft als opdracht te zorgen voor kwaliteitsvolle huisvesting voor iedereen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daartoe werkte het bestuur in 2019 aan CALICO, een intergenerationeel samenhuisproject 01, en boog het zich over het fenomeen discriminatie op de huurmarkt 02. BH nam ook de tijd om de 15e verjaardag te vieren van twee essentiële instrumenten voor de uitoefening van zijn opdrachten 03, namelijk de Brusselse Huisvestingscode en de Huisvestingsinspectie.

01 Een samenhuisproject verrijst in Vorst

Brussel Huisvesting nam het initiatief voor een nieuw soort samenhuisproject, namelijk CALICO, wat staat voor CAre and LIving in COmmunity.

CALICO behelst de bouw en de terbeschikkingstelling van 34 woningen in de Deltastraat in Vorst. Dit gebouw zal een soort van experimenteel en innoverend samenhuisproject herbergen. In het project staan de sociale en generationele mix, de band met de wijk, solidariteit tussen de bewoners en bijzondere aandacht voor de behoeften van iedereen in de verschillende leeftijdsfases waarin ze zich bevinden centraal. Bovendien is het hele project doordrongen van een gendervriendelijke benadering.

Concreet houdt dat in dat bijvoorbeeld de leeftijd van de huurders een criterium zal vormen bij de toekenning van sommige woningen of het kan betekenen dat een geboortehuis naast een sterfhuis kan bestaan, waar personen die dat wensen kunnen bevallen of kunnen sterven in een vertrouwde omgeving, omgeven door hun naasten.

De werken gingen op 27 april 2019 van start en zouden eind 2020 moeten afgerond zijn. De eerste verhuizingen staan gepland in het voorjaar van 2021.

Dit project wordt gesubsidieerd door de Europese Unie (in het kader van het initiatief Urban Innovative Actions). Het wordt gedragen door Brussel Huisvesting, samen met Community Land Trust Brussel (CLTB) en zes andere partners uit de overheids-, privé- en verenigingssector.

02 Hoe kan men discriminatie op de huurmarkt doeltreffend bestrijden?

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil de discriminatie op de huurmarkt actief bestrijden. Na twee grote enquêtes in 2017 om het fenomeen in kaart te brengen, nam Brussel Huisvesting het jaar daarop de volgende maatregelen: een opleiding van de vastgoedagenten, een sensibiliseringscampagne en een uitbreiding van het wettelijke toepassingsveld van de gelijke behandeling naar de privésector via de regionalisering van de huurovereenkomst.

Continue opleiding van vastgoedagenten

In het voorjaar van 2019 werd een tweede reeks opleidingen georganiseerd. Het doel? De professionals uit de sector aanmoedigen om te zorgen voor een gelijke behandeling bij de toegang tot huisvesting en hen te leren hoe ze de antidiscriminatiewetgeving kunnen naleven zonder hun klanten te verliezen.

Een nieuwe enquête

Er werden 5.509 nieuwe correspondentietesten uitgevoerd om de impact van de reeds gevoerde acties te meten. Er werden vier discriminatiecriteria getest: etnische oorsprong, inkomstenbron, gezinssamenstelling (ook per gender) en mentale handicap.

De studie toonde aan dat discriminatie op de Brusselse huurmarkt nog steeds in sterke mate aanwezig was en dat het belangrijk is te blijven optreden om deze situatie te veranderen.

De nettopercentages discriminatie tijdens de testfase 2019 bedroegen:

  • voor etnische oorsprong 20% (956 testen);
  • voor de inkomstenbron 23% (369 testen);
  • voor mentale handicap 29% (871 testen);
  • voor gezinssamenstelling was het resultaat niet significant (tussen 255 en 307 testen per vergelijking tussen profielen).

Wetgeving voor een doeltreffendere bestrijding van discriminatie

Met de inwerkingtreding van de door Brussel Huisvesting voorgestelde ordonnantie beschikt het Gewest sinds 1 september 2019 over een nieuwe hefboom in de strijd tegen discriminatie. Dankzij deze nieuwe wet kan het personeel van de gewestelijke inspectie voortaan testen organiseren naar aanleiding van een klacht. Als de discriminatie bewezen wordt dan kunnen er sancties worden opgelegd tot 6.200 euro.

Interview met Pieter-Paul Verhaeghe. Professor en socioloog. Brussels Centre for Urban Studies.

Slachtoffers van discriminatie hebben het heel moeilijk om discriminatie eigenlijk aan te tonen en daarom dat we eigenlijk met de praktijktesten discriminatie objectief onderzocht hebben.

Bij praktijktesten ga je twee gelijkaardige kandidaat- huurders laten appliqueren voor een bestaande advertentie op Zimmo- of Immoweb en ze verschillen nauwelijks van elkaar behalve op basis van discriminatiegrond.

Bijvoorbeeld de ene heeft een Noord-Afrikaanse naam en de andere heeft een Belgisch klinkende naam. Nadien kijk je of ze al dan niet verschillend behandeld zijn maar je kan dit ook doen voor handicap, inkomensbron of gezinssamenstelling.

We spreken van ongelijke behandeling dus van discriminatie op de woningmarkt van waar bijvoorbeeld de ene een plaatsbezoek krijgt en de andere niet.

We hebben meer dan 5.500 van dergelijke praktijktesten gedaan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en uit de resultaten blijkt dat kandidaat-huurders van Noord-Afrikaanse origine in 20% van de gevallen gediscrimineerd worden.

Kandidaat-huurders met een mentale handicap die worden gediscrimineerd in 29% van de gevallen.

Dus wanneer de vader of moeder voor hen appliqueerde dan werden die minder uitgenodigd en kandidaat-huurders met een werkloosheidsuitkering die werden gediscrimineerd of uitgesloten toch minstens in 23% van de gevallen.

Wanneer we naar de invloed van de gezinssamenstelling kijken dan zien we dat er een groot verschil is naargelang de etnische origine.

Bij kandidaat-huurders van Belgische origine maakt het nauwelijks een verschil uit of je getrouwd bent of single bent, kinderen hebt of geen kinderen hebt. Ze worden allemaal even vaak uitgenodigd om de woning te bezoeken.

Wanneer we dan kijken naar kandidaat-huurders van Noord-Afrikaanse origine, dan zien we voornamelijk dat alleenstaande mannen het zeer moeilijk hebben om een woning te vinden. Wanneer zij eigenlijk aangeven dat ze getrouwd zijn, dus samenwonen met een vrouw of kinderen hebben, worden die veel minder gediscrimineerd.

Dus de alleenstaande mannen eigenlijk zonder kinderen hebben het moeilijkst op de woningmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wanneer we deze cijfers eigenlijk vergelijken met de normmeting van 2017, dan zien we dat er geen daling is op de woningmarkt in Brussel. De discriminatie blijft even hoog.

Eind 2018 heeft de Brusselse regering een ordonnantie gestemd waardoor de inspecteurs van Brussel Huisvesting in staat zijn om praktijktesten zelf uit te voeren op de woningmarkt.

Op die manier gaan we makelaars blijvend gecontroleerd worden en is er ook een stok achter de deur. Ze kunnen beboet worden indien ze blijven discrimineren en dat is wel een goede zaak want discriminatie mag niet straffeloos blijven.

03 Colloquium - 15 jaar Brusselse Huisvestingscode

Op 1 juli 2004 traden de eerste artikelen van de nieuwe Brusselse Huisvestingscode in werking. Op diezelfde dag startte de Gewestelijke Huisvestingsinspectie zijn werkzaamheden.

Brussel Huisvesting organiseerde op 24 september 2019 ter gelegenheid van de 15e verjaardag van de Huisvestingscode een colloquium voor alle gewestelijke actoren die bij huisvesting betrokken zijn.

Het event bood een algemeen overzicht van de uitdagingen van de Brusselse huurmarkt, met bijzondere aandacht voor de naleving van de veiligheids-, hygiëne- en uitrustingsnormen. De Huisvestingscode en de Huisvestingsinspectie werden eveneens gevierd. Zij vormen twee handen op één buik, ze streven immers beide de gewestelijke doelstelling na om iedereen toegang te geven tot een degelijke huisvesting.

Twee complementaire instrumenten met eenzelfde doel: een waardige woning voor iedereen.

De Brusselse Huisvestingscode legde voor de eerste keer de regels van het private én openbare huurwoningbestand vast. De doelstellingen van deze tekst met 266 artikelen zijn duidelijk, namelijk het recht op een degelijke huisvesting voor iedereen concretiseren, de kwaliteit van het Brusselse huurwoningbestand verbeteren om zodoende de woningen die niet voldoen aan de menselijke waardigheid van de huurmarkt te verwijderen.

Bij de invoering van de Brusselse Huisvestingscode werd er ook voorzien in een sterke arm: de Gewestelijke Huisvestingsinspectie. Die laatste controleert de staat van een huurwoning op basis van de vereisten inzake veiligheid, hygiëne en uitrusting. Het is ook de bedoeling de verhuurders aan te zetten tot het renoveren van deze woningen en ze weer in orde te brengen.

Het is boeiend dat gezondheidsnormen voortdurend evolueren.

Vandaag hebben we te maken met een drieledige uitdaging.

Ten eerste de energienormen: we mogen de hoop laten varen onze internationale doelstellingen te halen, indien we op vlak van conformiteit de energienormen niet bijstellen.

Momenteel is het nog niet aan de orde, maar morgen zou dakisolatie wel eens verplicht kunnen zijn.

Met als gevolg dat het risico verhoogt dat meer woningen niet langer in aanmerking komen voor verhuur.

Het komt er dus op aan een goed evenwicht te vinden.

De tweede uitdaging is die van de woningen die ietwat buiten de norm vallen.

Vandaag zien we joerten, caravans, tipi's, tiny houses, enz. in ons straatbeeld opduiken.

Dit zijn allemaal woonvormen die niet binnen de canon van de gezondheidsnormen vallen, alleen al omdat ze niet voldoen aan de vereisten inzake natuurlijke verlichting of oppervlakte.

Moeten we deze vormen van wonen verwerpen? Dat denk ik niet...

De uitdaging bestaat erin tot een nieuwe interpretatie van de normen te komen waarbij absoluut onvervangbare verworvenheden zoals gezondheidsnormen niet worden tenietgedaan.

De kern moet dus behouden blijven, maar die moet ook flexibiliteit toelaten voor bepaalde woonvormen die buiten de norm vallen.

De derde uitdaging heeft betrekking op de vermenigvuldiging van het aantal personen in Brussel die tijdelijk leegstaande gebouwen bezetten.

Vallen ze onder de gezondheidsnormen?

Nee, omdat het hier in de strikte zin van het woord niet om huren gaat.

Toch mogen ze zich niet volledig aan het recht onttrokken.

Voor deze mensen moeten er dus aangepaste en specifieke regels voorzien worden.

De uitdaging voor de toekomst is om de huisvestingscode afdwingbaar te maken in de praktijk.

Dit betekent dat er voldoende alternatieven moeten zijn voor de woning die gebrekkig is en die niet voldoet aan de normen.

Het heef geen zin om nog sancties en normen toe te voegen.

Wat nu belangrijk is, is ervoor te zorgen dat de woningmarkt uitbreidt en dat er voldoende aanbod is aan betaalbare woningen.

Bij een probleem kunnen de huurders zich wenden tot de rechtbank, maar kunnen ook verhuizen.

Dat is belangrijk want nu zijn huurders bang en nemen ze geen initiatief uit angst om hun woning te verliezen aangezien er veel te weinig zijn.

Dan nu de toekomstige uitdagingen...

Wel, het publiek beheersrecht.

Dit staat immers in de Algemene Beleidsverklaring van de nieuwe Regering.

Dit werd niet meer uitgevoerd sinds vijftien jaar en vormt nu zeker een uitdaging voor morgen. Er zijn namelijk heel wat leegstaande woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, terwijl we zeggen dat er een huisvestingscrisis is... Zoek de fout !

Misschien moeten we zorgen voor een betere financiering van de openbare vastgoedoperatoren, zodat ze minder terughoudend zijn of angst hebben om zich hiervoor in te zetten.

Leegstaande woningen terugvorderen die niemand interesseren en in geen enkel opzicht productief zijn, om er daarna woningzoekenden in huisvesten, lijkt me wel degelijk een taak voor de overheid.



Lees meer over de Huisvestingscode in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op https://huisvesting.brussels/nl/wie-doet-wat/de-brusselse-huisvestingscode?set_language=nl

Contacteer ons voor meer informatie

BRUSSEL HUISVESTING

  • Vooruitgangstraat 80/1
    1035 Brussel
  • +32 (0)2 204 21 11
  • email hidden; JavaScript is required
  • https://huisvesting.brussels/

Deel de pagina