Via de ordonnantie van 6 juli 2022 werd de Nieuwe Gemeentewet gewijzigd in het kader van de hervorming van het lokale bestuur.
Christine Van Liedekerke, Martine Thommes en Marc Xenophontos van de directie Algemene en Juridische Zaken, de verantwoordelijken voor de hervorming bij Brussel Plaatselijke Besturen geven duiding over de herziening van de tekst en de implicaties ervan.
Welke voornaamste elementen zijn kenmerkend voor deze hervorming?
Christine: De drie belangrijkste wijzigingen die via deze tekst werden ingevoerd, betreffen de integrale decumulatie van functies, de vermindering van het aantal schepenen en de herwaardering van de statuten van de mandatarissen.
Martine: In de praktijk stelt de decumulatieregel dat leden van de Senaat en de federale, gewestelijke en Europese parlementen niet langer burgemeester of schepen kunnen zijn. Het loon van burgemeesters en schepenen wordt met 5 tot 6% verhoogd en er is ook voorzien in een uittredingsvergoeding.
Welke rol speelden jullie concreet bij de redactie van deze tekst? Hoe zijn jullie te werk gegaan?
Marc: Het vertrekpunt was de algemene beleidsverklaring (ABV), waarin de regering een aantal krijtlijnen had vastgelegd die de inhoud van de hervorming moesten structureren (decumulatie, enz.).
Christine: Om als inspiratie te dienen voor onze denkoefening en om ons in staat te stellen voorstellen aan de regering te doen, hebben we onderzoek verricht, bestaande documentatie geraadpleegd en een benchmarking uitgevoerd. We hebben ook de statuten vergeleken die in de twee andere gewesten van toepassing zijn, hun werking inzake beheer geanalyseerd en bepaald wat nuttig zou kunnen zijn op Brussels niveau. Op grond van nota's die we hebben voorgelegd aan het kabinet bevoegd voor plaatselijke besturen, hebben we vervolgens een ‘non-paper’ opgesteld, op basis waarvan we een minimaal voorakkoord van de regering over de inhoud van de hervorming konden verkrijgen.
Marc: Wat de begrotingsaspecten betreft, bezorgde het bestuur een tool waarmee het politieke echelon een standpunt kon innemen. Concreet werd een dynamische Excelsheet met alle in aanmerking te nemen gegevens opgesteld om de ontvangen resultaten inzake loon te simuleren volgens verschillende budgettaire hypotheses.
Een hervorming doorvoeren vraagt tijd en vergt energie. Hebben jullie moeilijkheden ondervonden?
Martine: Het gaat om een werk van lange adem, des te meer omdat het onderwerp al enige jaren op de agenda stond. Zoals Marc al aanhaalde, stond deze hervorming in de ABV 2019-2024, maar het startschot werd pas echt in 2021 gegeven. Wat betreft de moeilijkheden die we hebben ondervonden, zou ik vooral het gebrek aan duidelijke of volledige antwoorden van de externe gesprekspartners aanhalen die zich op andere bestuursniveaus bevinden en die we tijdens de studiefase hebben geraadpleegd.
Marc: Het doel was de regering zoveel mogelijk en zo nauwkeurig mogelijke gegevens te verstrekken zodat ze beslissingen kan nemen. Wat de simulatie van de budgettaire gevolgen betreft, moest soms worden gewerkt met onnauwkeurige basisgegevens (beschikbare budgettaire marge) en verschillende wijzen van en grondslagen voor de berekening (variabel of vast). Een goed begrip van de processen en van de beperkingen met betrekking tot de bepaling van de lonen en de vergoedingen was ook nodig.
Christine: Een ander aspect waarmee we rekening moesten houden, waren de politieke implicaties van een dergelijke hervorming. Daarbij komt nog eens dat we het vertrouwen moesten krijgen van het voor het dossier verantwoordelijke kabinet. Zodra het kabinet ons het vertrouwen gaf, kon het werk in goede omstandigheden plaatsvinden.
Hoe ziet de toekomst er nu uit?
Martine: Wat de toepassing ervan betreft, moeten we preciseren dat de tekst pas na de gemeenteraadsverkiezingen in 2024 in voege zal treden. Andere aspecten in verband met de Nieuwe Gemeentewet, die niet in de ordonnantie van juli 2022 aan bod komen (het recht van petitie en het interpellatierecht bijvoorbeeld), moeten nog worden besproken en moeten nog in nieuwe wetteksten - waaronder uitvoeringsbesluiten - worden gegoten. Zoals ik al zei, het is een werk van lange adem. Er moeten voortdurend zaken worden herzien en het werk zet zich op andere punten voort.
Wat nemen jullie als personeelsleden van de GOB mee uit deze ervaring?
Marc: In de eerste plaats zou ik willen zeggen dat we ons zeer nuttig voelden om rechtstreeks te kunnen meewerken aan een proces dat gebaseerd is op beginselen zoals democratie of participatie. Bovendien denk ik dat het de moeite waard is te benadrukken dat al het werk door het bestuur, dus intern, werd verwezenlijkt.
Martine: Voor juristen is een dergelijke opdracht bijzonder interessant en stimulerend op intellectueel vlak. Men moet immers documentatie raadplegen, vergelijken, analyseren, begrijpen en doen begrijpen. Hoewel sommige periodes voor meer stress kunnen zorgen (zoals deelnames aan de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, bijvoorbeeld om de minister bij te staan voor de technische aspecten van de hervorming), is het meer dan de moeite waard om rechtstreeks bij het proces betrokken te zijn.